23 september 2001, Las Vegas - Kingman

Om 9.30 uur komt Jerry, die zichzelf bijzonder graag hoort praten over chicks e.d., met de sleutels en de papierwinkel van de Harley's. Het is altijd nog een heel gedoe dat invullen van die papieren en het controleren van de motoren op eventueel aanwezige schade. Daar gaat al gauw 2 uur inzitten, maar uiteindelijk rijden we na wat proefrijden in de parkeergarage toch weg met de motoren en bezoeken nog even een grote Harleyshop in Las Vegas

Veel geduld is daar natuurlijk niet voor, want we willen maar één ding, en dat is rijden. Het is al behoorlijk warm [37 graden] in Las Vegas dus in de korte broek en T shirt op de motor. Heel Amerika heeft de vlag uitgehangen om hun betrokkenheid te tonen met de gevolgen van de aanslag en veel auto's zijn voorzien van de leuze    " God Bless America ".

Na 28 mijl komen we op de Hooverdam waar de butsmutsen af mogen omdat daar de grens ligt tussen Nevada en Arizona. Vanwege de aanslag is de Hooverdam voor al het commerciele verkeer afgesloten en mogen er alleen motoren en luxe auto's zonder aanhanger overheen. Wat een geweldig bouwwerk is die Hooverdam toch, elke keer Sta je met verbazing te kijken hoe het mogelijk is dat dit door mensenhanden is gemaakt.

Hotel Kings Inn in Kingman

Veel tijd om daar bij stil te staan hebben we niet want het is warm en we willen weer gauw rijden om wat rijwind op te vangen. Na een lange rit door de woestijn op kaarsrechte wegen en de verzengende hitte komen we in Kingman aan, waar we een hamburger met een sloot Coca Cola eten bij "Mr, D'z Diner", een leuke ervaring voor iedereen, ook al ben je daar al eens geweest.

Vanuit Kingman gaan we de slingerweg op die ons naar Oatman brengt, een spookstadje aan de Route 66. Aan dit weggetje heeft Ton nare herrineringen, maar ja, daar gaan we het nu niet meer over hebben. In Oatman is het cafe waar we vorige keer zijn geweest wegens verbouwing gesloten. We drinken nu wat in het plaatselijke hotel, wat eigenlijk die naam niet mag dragen want een blind paard kan daar geen schade aanrichten.

Maar ja, de Cola is koel en het hotel niet zo ver meer dus dat nemen we maar voor lief. We laten ons langs dezelfde slingerweg weer zakken en genieten van de omgeving en het geweldige uitzicht. Voor sommigen van ons is dit de vuurdoop omdat deze weg vol zit met fantastische bochten zodat je op je Harley flink moet werken om deze weg af te leggen. Het hotel is niet ver hier vandaan dus komen we om 17.00 uur na 157 mijl in de " Kings Inn " aan waar we de bagage in de kamers zetten en bij het zwembad heerlijk genieten van een koud biertje dat ik aan de overkant bij de liquor store heb gehaald.

We hebben 's avonds 2 taxi's genomen. Eén van de chauffeuses is zo klein dat zij onder het stuur van de grote Chevrolet heen kijkt, vandaar dat zij op een stoofje zit, ha ha. We rijden naar Steakhouse " Dambar " waar we genoten hebben van de heerlijke steaks die deze keer wel een beetje doorgebakken waren. Tijdens het eten komen de verhalen los over de geweldige bochten en de enorme ruimte in dit geweldige land.

Cock vind het zelfs vreemd dat hier de Indianen met elkaar hebben gevochten, hij vraagt zich namelijk af hoe ze elkaar hebben kunnen vinden in deze ontzettende ruimte. We gaan met de taxi's weer terug naar het hotel en praten voor de kamers nog even de belevenissen van de dag door onder het genot van een biertje. Het lijkt wel een soort jongenskamp. Zo komt er een eind aan de eerste motordag. Erg laat wordt het met zo'n vakantie nooit, want iedereen is moe en wil weer vroeg uit de veren voor weer een geweldige motordag.

24 september 2001, Kingman - Flagstaff

Maandagochtend om 8.00 uur ontbijten we bij een diner vlak naast het hotel langs de Route 66 waar we vandaag de gehele dag op rijden. Tijdens het tanken worden we weer geconfronteerd met het medeleven dat er heerst bij de Amerikaanse bevolking : Bij het afrekenen wordt er gevraagd of je het kleine wisselgeld in het bakje wil doen ten behoeve van de slachtoffers van de laffe aanslag.

Route 66 visitors center in Hackberry

We bezoeken het " Visitor Center " aan de Route 66 waar alles er een beetje opgeruimder uitziet dan 2 jaar terug. Ik weet niet of dat nou wel zo leuk is, die rommel hoort er gewoon een beetje bij. De Route 66 is een nostalgische weg die van oost naar west door Amerika slingert. Helaas is de weg niet helemaal meer intact doordat er hele stukken zijn vervangen door Interstate's en andere snelwegen, maar het stukje dat wij berijden is nog in originele staat.

We komen door oude dorpjes als Hackberry, Valentine, Truxton en Nelson waar iedereen alles wat niet meer gebruikt wordt laat staan waar het staat zodat het geheel er rommelig uitziet. Maar dat heeft wel wat hoor, want je komt daardoor ook heel veel oldtimer auto's tegen die bij ons allang verroest zouden zijn.

Uiteindelijk komen we in Seligman waar de barbier Angel Delgadillo zijn barbershop heeft waar nog op de ouderwetse manier wordt geschoren. Henny en Ton gaan beide onder grote hilariteit onder het mes en komen, na verschillende behandelingen met, haarzuiger en vlijmscherp scheermes, met een gladde babyface onder de hete doek vandaan. De barbershop van Angel is behangen met visitekaartjes uit de gehele wereld en is zo vol dat hij de resterende kaartjes in albums stopt met keurig erop vermeld van welk jaar ze zijn.

Ton en ik vinden in de boeken onze visitekaartjes van 1999 terug en laten onze nieuwe kaartjes ook weer achter. We gaan ook wat eten in Seligman bij een zaak die ook van de familie Delgadillo is. Er staat een grapjas achter de toonbank die je bespuit met nepmosterd en bij de vraag of je een " straw " bij je cola wilt met een bosje takken staat te zwaaien, ook biedt hij je servetten aan die " slechts eenmaal gebruikt zijn ", bij het afrekenen probeert hij zelfs het geld uit je portemonee te graaien, al met al een leuk baasje.

Via Ashfork komen we bij Drake waar we over een onverharde weg moeten van 12 mijl. Dat wordt even stofhappen. Na de zandweg volgt de beloning want een prachtige weg voert ons door de bossen naar Williams, waar we een korte stop houden voor een sigaretje, water en een dropje van Riet.

rustpunt tijdens de motorreis

Het oude Route 66 benzinepompje hebben ze gesloopt, eigenlijk wel jammer. Vanaf Williams volgen we een stuk Interstate naar Flagstaff waar we na 194 mijl om 17.30 uur aankomen in het schitterende " Raddison Woodlands Hotel ". Het hotel heeft wel een leuke bar waar we even gebruik van hebben gemaakt, van het restaurant maken we geen gebruik.

Red Lobster Restaurant bij onze motorreis in Amerika

In plaats daarvan gaan we met 2 taxi's, die eigenlijk al op de sloop hadden moeten liggen, naar een visrestaurant : De Red Lobster. Daar hebben we heerlijk vis gegeten. Met dezelfde taxi's weer terug en aan de bar een afzakkertje voor het slapen genomen en nagepraat over weer een fantastische motordag. Ik heb me laten vertellen dat deze verhalen in de kamer nog tot diep in de nacht doorgaan.

25 september 2001, Flagstaff - Scottsdale

Dinsdagochtend loop ik al weer vroeg buiten om de benen te strekken en te kijken wat er voor het ontbijt in het hotel mogelijk is. Het hotel heeft geen ontbijt dus ontbijten we elders. We starten de motoren en rijden naar de dichtsbijzijnde diner " Galaxy " waar we heerlijk ontbijten om vervolgens onze stalen rossen te bestijgen en onze weg te vervolgen.

Flagstaff ligt vrij hoog waardoor het hier wat kouder is dan elders, dus lange broek en jas aan op de motor. We komen vandaag via het prachtige Coconinos Park, de weg die we naar beneden moeten is zo mooi dat we besluiten om deze weg 2 maal rijden. In Sedona stoppen we even om wat te drinken en te praten over het waarschijnlijk mooiste gedeelte van de reis.

Hotel Kings Inn in Kingman

Via Cottonwood en Clarkdale komen we in Jerome, een oude mijnstad waar we stoppen om wat te eten. We zetten onze tocht voort over een weg van 30 mijl waar geen recht stukje in te bekennen is, wat 'n bochten, wat 'n hoogtes. We spreken af bij het benzinestation bij Prescott zodat ieder de weg op zijn eigen manier kan afleggen. Wat een belevenis om daar met je motor doorheen te slingeren zeg, werkelijk een lieve lust.

Bij het benzinestation spreken we een lokale bewoner die ons nog wat mooie weggetjes aanwijst die we zeker niet mogen missen. Via Iron Springs, Skull Valley, Kirkland en Peepless Valley komen we in Yarnell. We volgen de weg 89, waar enorme hoeveelheden cactussen van wel 5 meter in het land staan tot Morristown en vervolgens rijden we via de mooie weg 74 volgen naar Cave Creek.

Vanaf Cave Creek rijden we richting Phoenix en bereiken na een eindeloze rit door de stad, er lijkt geen eind aan te komen, eindelijk na 244 mijl om 18.15 uur ons hotel " Pima Inn " te Scottsdale. Het hotel heeft geen restaurant dus weer met taxi's, met chauffeurs die overigens in hun eigen stad geen weg weten, naar restaurant "Busters" waar we uitstekend hebben gegeten. Terug naar het hotel hebben we gelopen want het restaurant was achteraf niet eens zo ver van ons hotel gelegen. We hebben nog een pilsje koud staan dus kunnen we 's avonds bij de kamers nog wat napraten onder het genot van een drankje.



|   Naar de indexpagina   |   Naar de vorige pagina   |   Naar de volgende pagina |